zondag 26 maart 2017

Het is lente! Ik voel het aan m'n instrumenten!



Ben ik weer zo trots op mijn tuinbonen! Die hebben het prima naar hun zin in de voortuin. Ze gaan zo goed dat ik er nog meer heb gezaaid.

Ook de worteltjes beginnen nu een groen waasje in de bak te vormen, en dat is mooi want ik begon te denken dat er nooit iets zou gaan gebeuren. 
Wanneer zou ik weer een lekker peperige radijs van eigen kweek in de sla kunnen gooien?

De tomaten en de doperwten in de vensterbank van de keuken zet ik steeds een dagje buiten als ik thuis ben, kunnen ze alvast even wennen aan het harde leven buiten. 

De tomaten hebben al meerdere blaadjes! Dit gaat voorspoedig. Je kunt nu ook al zien welke van de vier gezaaide rassen er zin in hebben en welke niet. Matina en Hellfrucht gaan als een malle. De vleestomaat St Pierre? Not so much. Gelukkig heb ik van elke soort veel te veel gezaaid. Dat wordt weer weggeven aan allerlei mensen, want weggooien kan ik niet over m'n hart verkrijgen.


Twee weken geleden was ik in de Botanische Tuin in de Afrikaanderwijk in Rotterdam Zuid, waar ik behoorlijk wat zaden heb gekocht van allerlei vage soorten bloemen. Die heb ik gezaaid volgens de methode 'Carry Tefsen' (OP GOED GELUK!) op zolder. 


Best wel dom: Ik heb geen naamlabeltjes gemaakt. Dus wát ik nou precies waar heb gezaaid? Geen idee. Dom!

???
Vandaag werd ik tijdens het friemelen aan de planten buiten nogal ruw onderbroken door luid geblaat. Dat geluid had ik op het volkstuincomplex nooit. Daar hoorde je óf niks, óf hard gebrom van het industrieterrein er naast. 

(Ook een keer een week lang keiharde après-ski muziek van onbekende herkomst, maar daar hou ik heel stiekem eigenlijk wel van en het wieden werd een stuk leuker met Anton Aus Tirol, maar dat geheel terzijde)

Anyway, geblaat. We wonen tegenwoordig naast een weiland dat van de winter leeg was en nu ineens bevolkt wordt door dit soort wollige gevallen:


Ze mochten gisteren opeens weer naar buiten. Eerst bleven de lammetjes vlakbij mams maar nu zijn de brutaaltjes al lekker heen en weer aan het rennen en hupsen en vlakbij de slootrand aan het knabbelen aan gevaarlijk lekkere stengeltjes. Gezelligheid!

Verder bleken we in de voortuin opeens een aantal bonusviolen te hebben. Ideaal, die dingen. Je zaait niks maar krijgt ze toch. Heel goed, natuur.

En toen moest vorig weekend ook het strookje naast ons huis onder handen worden genomen. Hier ga ik ooit nog leuke bodembedekkers neerzetten want nu ligt er een (te dun) laagje grijs grind en IK HAAT DAT. Ik vind de kleur lelijk en het is niet eens een goede onkruidwering want het komt er gewoon keihard doorheen en alle katten uit de buurt zitten er in te schijten. (Niet onze katten want die zouden dat natuurlijk nooooooooit doen.)
VOOR
En toen moest ik gillen omdat deze jongen opeens uit het onkruid omhoog sprong: 
TIJDENS


NA
Opbokken met dat onkruid en die lelijke, door een vage ziekte aangetaste boompjes mogen wat mij betreft ook ophoepelen naar een open haard ergens. Ik wil er graag wat leukers van maken, maar dat is een meerjarenproject. 

Want eerst gaan we dus die achtertuin doen. Over een week of twee al. Het kärcheren was dus niet echt goed gegaan, ik moest er met een professionele hoveniers-Nilfisk overheen en nu ziet het er goed uit. Al zeg ik het zelf.


Ik heb per ongeluk ook de rest van de tuin kapot ge-Nilfiskd, zoals je hier kunt zien aan de schutting:

En heel misschien heb ik ook het kozijn aan gort ge-Nilfiskd. Heel misschien is daar wat verf vanaf nu. Laten we het zo zeggen: We gaan niet wachten op de winterschilder. 

Groe(n)tjes!





Geen opmerkingen:

Een reactie posten